Martelaarschap van President Garcia Moreno

Hoe het H. Hart van Jezus Zijn beloften vervult aan degenen die zich Hem hebben toegewijd.

(Vertaald van https://m-i.info/de/das-martyrium-von-praesident-garcia-moreno/)

De maand juni staat in het teken van de devotie tot het H. Hart van Jezus. Het is dus passend om ons de twaalf beloften van het H. Hart van Jezus aan de H. Margareta Maria Alacoque in herinnering te roepen.

Ons belangrijkste uur is ons laatste, het uur van de dood, omdat het onze eeuwigheid bepaalt. Wat kunnen we meer wensen – afgezien van de palm van het martelaarschap – dan voorzien van de heilige sacramenten de reis naar de eeuwigheid te mogen beginnen. Zo is dan de laatste van de twaalf beloften die het H. Hart van Jezus aan de H. Margaretha Maria deed, ook de grootste:

Ik beloof u, in de overmatige barmhartigheid van Mijn Hart, dat Mijn almachtige liefde aan allen die achtereenvolgens negen eerste vrijdagen te Communie gaan, de eindgenade van de boetvaardigheid zal verlenen; zij zullen niet in Mijn ongenade sterven, noch zonder de sacramenten te ontvangen; in dat laatste ogenblijk zal Mijn Hart voor hen een veilige schuilplaats zijn.

Christus verschijnt aan de H. Margareta Maria Alacoque

Een apostel van het H. Hart van Jezus en Zijn Koningschap over de maatschappij

Garcia Moreno (1821-1875) was president van Ecuador van 1859-1865 en van 1869-1875. Als een echte katholieke president was hij geliefd bij het katholieke volk en werd zelfs voor een derde ambtstermijn verkozen, die hij niet meer kon beginnen.

Onze Lieve Vrouw van Goed Succes (in Quito, Ecuador, circa 1600) voorspelde, dat er in het negentiende-eeuwse Ecuador een echt katholieke president zou zijn, een man met karakter, aan wie God de palm van het martelaarschap op het plein naast het klooster van de verschijningen zou geven. Hij zal de republiek toewijden aan het H. Hart van haar Allerheiligste Zoon, en deze toewijding zal de katholieke religie ondersteunen in de jaren die ongelukkig zullen zijn voor de Kerk.

Deze echt katholieke president bleek Gabriel Garcia Moreno te zijn, die Ecuador in 1873 toewijdde aan het H. Hart van Jezus. Hij werd vermoord door leden van een maçonnieke sekte, zoals voorspeld door Maria, en Paus Pius IX bracht hem hulde “als slachtoffer van zijn geloof en zijn christelijke naastenliefde”.

Er is een nauw verband met het apostolaat van de H. Hart-intronisatie, omdat Garcia Moreno speciaal voor de toewijding van zijn land aan het H. Hart van Jezus een afbeelding van het H. Hart liet maken. Dit kwam op wonderbaarlijke wijze in handen van Pater Matteo, die ongeveer 50 jaar later de kruistocht voor de intronisatie deed starten.

“God sterft niet!” – Een zalige dood als bekroning

In dit artikel willen we niet dieper ingaan op Moreno’s opmerkelijke leven, maar eerder licht werpen op zijn bekroning. Garcia Moreno werd wegens zijn katholieke staatsbeleid en zijn nauwe banden met de paus door maçonnieke krachten veel vijandigs in de weg gelegd . Deze krachten wilden koste wat kost een derde ambtstermijn voorkomen en maakten plannen om hem te vermoorden. Moreno werd van verschillende kanten hiervoor gewaarschuwd en verzocht om veiligheidsmaatregelen te nemen of het land te verlaten. Hij zag dit gevaar echter kalm onder ogen en liet zich niet weerhouden van zijn plicht als dienaar van zijn land, en antwoordde: “Wat verlangt een reiziger anders dan zijn bestemming te bereiken, of een zeeman iets anders, dan de kusten van het vaderland te zien na een slechte en gevaarlijke reis? Ik kan niet akkoord gaan met een lijfwacht. Mijn lot ligt in Gods handen, die mij uit deze wereld zal halen wanneer en hoe Hij wil”.1

Het H. Hart geschilderd door Rafael Salas, die het schilderde in opdracht van President Gabriel Garcia Moreno voor de nationale toewijding van Ecuador in 1874.

Kort voor zijn dood schreef hij de volgende woorden in een laatste brief aan de paus:

“Wat een rijkdom voor mij, heilige Vader, wanneer ik gehaat en belasterd word vanwege mijn liefde voor onze goddelijke Verlosser! Wat een geluk als uw zegen mij genade uit de hemel zou brengen om mijn bloed te vergieten voor hem die, als God, bereid was Zijn bloed voor ons te vergieten aan het kruis!”2

Op 6 augustus 1875, een eerste vrijdag en het feest van de Gedaanteverandering van Onze Heer: Garcia Moreno nam zoals iedere ochtend om 6.00 uur aan de H. Mis deel en bleef daarna nog lang tot dankzegging voor de H. Communie. Na de middag bezocht hij de kathedraal opnieuw, omdat op die dag het Heilig Altaarsacrament uitgesteld was. Zijn moordenaars wachtten al sinds de vroege ochtend op het plein tussen de kathedraal en het presidentieel paleis op een goede gelegenheid om aan te vallen. Na de Mis waren er echter te veel mensen op het plein. Hun geduld werd door Moreno’s lange eucharistische aanbidding op de proef gesteld, en daarom haalde een van de mannen hem onder een voorwendsel uit de kerk. Zodra hij op het plein kwam, begonnen de moordenaars hem brutaal te slaan met machetes, terwijl anderen hem met revolvers neerschoten. Op deze manier zwaargewond viel hij op de grond nadat hij zich tevergeefs probeerde te verdedigen. Hij kon zijn revolver niet pakken omdat hij zijn jas had dichtgeknoopt. Met zijn laatste krachten riep hij de moordenaars toe: Dios no muere – God sterft niet.

Veel mensen kwamen meteen samen om te helpen, maar alle hulp kwam te laat. De priesters van de kathedraal droegen hem, nog steeds bij bewustzijn, naar de kathedraal waar hij werd gelegd aan de voet van een standbeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten. Hier gaf hij aan dat hij zijn vijanden vergaf, en ontving zowel absolutie als het H. Oliesel. Een kwartier later stierf hij in aanwezigheid van de priesters en de rouwende mensen. Uit het onderzochte lichaam bleek dat hij gewond was geraakt met 5-6 kogels en 14 macheteslagen. Een relikwie van het Kruis en het scapulier werden op zijn borst ontdekt, en hij droeg zijn Rozenkrans om de nek.3

Hoe geweldig is het om te zien hoe het H. Hart van Jezus trouw Zijn belofte aan deze trouwe apostel vervulde: Moreno stierf slechts enkele uren na zijn laatste Communie, voorzien van de laatste sacramenten – en dit op een eerste vrijdag – met de palm van het martelaarschap!

De overblijfselen van Garcia Moreno bevinden zich sinds 1990 in de nieuwe crypte van de Basilica del Voto Nacional in Quito, waarvan de bouw in 1892 begon om de toewijdingsceremonie van het land aan het H. Hart van Jezus te herdenken. Zijn hart ligt in de H. Hartkapel in de basiliek.4

In 1939 werd het zaligverklaringsproces voor Garcia Moreno gestart, nadat Mgr. Polit, aartsbisschop van Quito, eerder de vraag betreffende het martelaarschap van Garcia Moreno had onderzocht. In 1958 werd een gebed voor de heiligverklaring van Garcia Moreno met aflaat opgesteld, maar het proces voor Garcia Moreno liep kort na Vaticanum II vast, omdat de religieuze en politieke context niet langer passend leek.5

De gezegende dood van Garcia Moreno is een stimulans voor ons om tenminste één keer in ons leven de negen opeenvolgende eerste vrijdagen trouw te houden, terwijl we de H. Communie ontvangen en daarmee het H. Hart van Jezus troosten voor de vele beledigingen. We kunnen er dan vast op vertrouwen, dat de Heiland in ons laatste uur in de H. Communie tot ons zal komen, en dat op deze manier zijn H. Hart onze toevlucht zal zijn.


  1. Pater Augustine Berthe, Garcia Moreno, 1889, ed. Dolorosa Press, 2006, blz. 319.
  2. Ibid. blz. 318.
  3. Ibid. blz. 320-323.
  4. https://de.wikipedia.org/wiki/Gabriel_Garc%C3%ADa_Moreno#Wiederwahl_und_Ermordung_(1875)
  5. https://en.wikipedia.org/wiki/Gabriel_Garc%C3%ADa_Moreno