Categorie: Maximiliaan Kolbe (Page 2)

Naast Pater Kolbe stonden nog negen anderen, voor wie de eeuwigheid plotseling en in alle ernst opdoemde. Pater Kolbe wilde hun zielen redden door ze te beschutten tegen het gevaar van de verlatenheid en de wanhoop. Hij werd daartoe hun lotgenoot in de kwellingen en de doodsstrijd. De kelder ofwel bunker van de dood was gegraven onder het terrein waarop blok 13 stond. Wie daarin werd opgesloten, wist dat hij levend begraven was. Alleen de bewakers kwamen er binnen voor de dagelijkse controle, nooit om te helpen, wel om te vernederen en met vulgaire, godslasterlijke woorden de veroordeelden te ontmoedigen en zelfs om geweld teLEES VERDER

Zo gingen er twee weken voorbij. Intussen stierven de gevangenen de een na de ander, zodat er op het einde van de derde week slechts vier gevangenen overbleven, waaronder Pater Kolbe. Dit vonden de autoriteiten te lang duren; de cel was nodig voor andere slachtoffers. Op zekere dag, te weten 14 augustus, vigilie van het feest van Maria ten Hemelopneming, brachten zij daarom de leider van de ziekenzaal mee, die ieder een spuitje phenolzuur (blauwzuur) gaf in de linkerarm. Terwijl hij bleef bidden bood Pater Kolbe uit eigen beweging zijn arm aan aan de beul. De Pool, die het niet kon aanzien, ging naar buiten.LEES VERDER

Overal ontkiemde er bewondering en ontroering en hij werd door allen, die hem gekend hadden, voor een heilige gehouden. Velen getuigden over zijn voorbeeldig en deugdzaam leven, over zijn vroomheid en zijn gehoorzaamheid, uiteenlopend van de beulen in het kamp tot de oud-rector van het serafijns college te Rome, van een medestichter van de M.I. tot de oud-generaal van de Orde en ook overste van Pater Kolbe, diverse artsen die hem behandeld hebben of zusters die hem verpleegden, de apostolische nuntii in Polen, een pastoor die ook in Auschwitz zat enz. Na de dood van Pater Kolbe verscheen er al gauw een levensbeschrijving, die inLEES VERDER

Dertig jaar na zijn dood, daags na de verjaardag van de stichting van de Ridderschap van de Onbevlekte, op 17 oktober 1971, werd Pater Maximiliaan Kolbe als belijder door paus Paulus VI zalig verklaard. Hierbij aanwezig was de toen 75-jarige Frans Gajowniczek, de man voor wie Pater Kolbe zijn leven gegeven had. En op 10 oktober 1982 werd hij door paus Johannes Paulus II heilig verklaard, eveneens in bijzijn van Frans Gajowniczek. Ook werd Pater Kolbe tot martelaar verklaard. Wel was er geen beul geweest om hem onder bedreiging afvallig te doen worden van het geloof, maar hier was sprake van een martelaar, omdat PaterLEES VERDER

Hoe komt het toch dat pater Kolbe zo’n groot vertrouwen stelde in een dergelijk uiterlijk middel als de Wonderdadige Medaille? Dit hangt samen met de opzienbarende bekering van Alfons Ratisbonne. In het jaar 1917 vierde men te Rome de 75e verjaardag van dit groot wonder. Toen broeder Maximiliaan Kolbe mediteerde over deze gebeurtenis, heeft hij de goddelijke ingeving gekregen om een Ridderorde ter ere van de Onbevlekte op te richten en koos toen de Wonderdadige Medaille als beschermend en onderscheidend teken voor de toekomstige Ridders. Dit heeft hij later verteld aan een vriend en latere medestichter. Maar ook buitengewone feiten als bekeringen door de medaille,LEES VERDER

De Immaculata is ons ideaal!Om Haar te benaderen, om zoals Haar te worden,toelaten dat Zij over onze harten en zielen heerst,zodat Ze in en door de mensen kan leven en werken,zodat Ze God kan loven door onze harten.Om volledig en onvoorwaardelijk haar bezit te zijn,dat is ons ideaal!Om een bron van licht te zijn in onze omgeving,om zielen voor haar te winnen,zodat onze naasten hun harten mogen openenvoor haar opdat Zij in alle harten ter wereld magheersen, zonder onderscheid tussen ras, nationaliteitof taal, en dat Zij in alle harten mag zijn die ooitzullen bestaan, tot het einde der tijden,dat is ons ideaal!En dat haar levenLEES VERDER

Eerwaarde Maximiliaan Kolbe, OFM werd geboren op 7 januari 1894 in Zdunska-Wola bij Lodz in Polen. Zijn eenvoudige godvruchtige ouders gaven hem de naam Raymond bij zijn Doopsel. Wanneer hij tien jaar oud was verscheen de Heilige Moeder Gods aan hem. Zij toonde hem twee kronen: een witte en een rode. “Welke kroon wil je?” vroeg de Moeder Gods. De witte stond voor het martelaarschap van het geloof en de rode voor het martelaarschap van het bloed. Raymond antwoordde: “Geef me beide!” In 1907 ging hij het seminarie in van de Franciscanen in Lvov (Lemberg). In 1911 legde hij de tijdelijke geloften af. In 1912LEES VERDER