De Ridderschap der Onbevlekte

De stichters van de M.I.,
Maximiliaan linksachter

In het Rome van toen triomfeerde echter destijds de vrijmetselarij; er was sprake van de meest duivelse propaganda tegen het katholicisme en de godsdienst. Bij het feest van de tweehonderdste verjaardag van de terechtstelling van de ketter Jordaan Bruno werd een optocht met godslasterlijke afbeeldingen op touw gezet: de satan die Michaël overwint en onder zijn voeten heeft en op spandoeken leuzen als “Satan zal heersen over het Vaticaan, de paus zal zijn dienaar worden”. Frater Maximiliaan doorzag de vrijmetselarij als een politiek monster met duizenden klauwen, dat geleidelijk de regeringen van de verschillende staten naar zich toe trok, een sluipende, slopende sekte, wier hoofdprogramma haat en vervolging tegen Christus en Zijn Kerk voorschreef.

Duidelijk zag frater Maximiliaan in de voorspelling van het Boek van de Schepping: “God sprak tot de slang: Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, tussen uw geslacht en het hare. Zij zal u de schedel verpletteren en gij zult haar hiel belagen” de verdeling van de wereld in twee kampen. De zonen van het licht en de kinderen van de duisternis, de stad Gods en de stad van Satan, de Kerk en de antikerk. In de vrijmetselarij herkende hij de voortdurende incarnatie van de helse krachten, die onverpoosd de Kerk aanvallen niettegenstaande het krachtig verweer van de kinderen van het licht.

Naar aanleiding hiervan ontstond bij frater Maximiliaan langzaam aan het plan tot het stichten van een godvruchtige vereniging, waarvan de leden niet alleen zouden bidden maar ook vechten. Met zes confraters hield hij bijeenkomsten en hield hen voor dat er zij daden moesten stellen, omdat ze sterkere wapens hadden dan de vijanden; zij konden immers vertrouwen op de Onbevlekte, die alle ketterijen heeft overwonnen. De naam “Ridderschap der Onbevlekte” of Militia Immaculatae (M.I.) werd op één van deze vergaderingen gekozen.

Toen tijdens een meditatie in de kapel de rector sprak over de bekering van de Jood Alfons Ratisbonne, die dag 75 jaar geleden, en over de grote invloed die de Wonderdadige Medaille daarop had gehad, was het opeens duidelijk voor frater Maximiliaan dat deze medaille het wapenschild moest zijn van de leden. Op 16 oktober 1917 stelde frater Maximiliaan het programma van de Ridderschap op op een klein stukje papier, dat door zes confraters en hemzelf werd goedgekeurd en ondertekend. De enigste priester onder hen zegende de medailles en legde die de nieuwe Ridders op. Daarna gingen zij naar de kapel, zij knielden neer voor het altaar van de Onbevlekte aan wie zij zich toewijdden en zo werd officieel de Ridderschap der Onbevlekte gesticht, alles met goedkeuring van pater rector van het seminarie.