Van de H. Maximiliaan Kolbe naar de H. Louis-Marie Grignion de Montfort

Pater Karl Stehlin

Om Pater Maximilaan Kolbe, oprichter van de Militia Immaculatae (M.I.), goed te begrijpen, moeten we teruggaan naar de belangrijkste bronnen van zijn inwendig leven: de geschiedenis van zijn thuisland Polen, waar Maria altijd zeer vereerd is geweest, de Wonderdadige Medaille van de Rue du Bac te Parijs, de verschijningen van Maria te Lourdes, maar vooral ook de H. Louis-Marie Grignion de Montfort (Frans priester, stichter van de Montfortanen, 1673-1716). Pater Kolbe zal waarschijnlijk met de geschriften van deze meester kennis hebben gemaakt tijdens zijn studie te Rome, en het zal daarom ook geen toeval zijn dat hij de 28e april (feestdag van de H. Grignion) tot priester is gewijd.

H. Grignion de Montfort

Pater Kolbe heeft het “Geheim van Maria”, een geschrift van de hand van de H. Grignion, vertaald en in Polen verspreid. In het voorwoord stelde Pater Kolbe een korte biografie op van de H. Grignion en een samenvatting van diens spiritualiteit. Hij legde daarbij de nadruk op de gelijkenis in situatie in de toch verschillende periodes waarin zij beiden leefden: ten tijde van de H. Grignion waren immers de jansenisten de vijanden, heden ten dage zijn het de vrijmetselaars, maar beiden met een haat voor de ware devotie tot Jezus en Maria.

En we zien ook dat zoals de H. Grignion destijds de grote apostel van Onze Lieve Vrouw Middelares van alle genade was, Pater Kolbe en de Ridders van de Onbevlekte dat nu zijn. Tijdens zijn missies heeft de H. Grignion ontelbare zielen aan de duivel kunnen ontfutselen, evenals Pater Kolbe. Alleen en soms ook verlaten zelfs door hun vrienden waren zij het doelwit van de kwaadaardigheid van de ketters. De H. Grignion en Pater Kolbe hebben echter beiden kracht geput uit hun bron: ze stelden al hun vertrouwen op Onze Lieve Vrouw en waren haar in alles gehoorzaam, altijd en overal. Alleen ZIJ telde voor hen.

Er is nochtans een nog belangrijkere link tussen deze twee heiligen. Grignion kreeg vast verlichting van ‘Boven’ toen hij sprak over de rol van Maria in de eindtijd. Op het moment dat de macht van de Draak en zijn dienaars zó groot is dat ze erin lijken te slagen de Kerk te vernietigen en bijna alle mensen mee te slepen op de weg naar de verdoeming, dan komt de Vrouw van de Apocalyps. Zij zal de kop van Satan verpletteren en zijn aanvallen trotseren, vooral door de ‘trouwe apostelen van Jezus en Maria op het eind der tijden’. Door deze apostelen ontfutselt zij een ontelbaar aantal zielen aan haar tegenstander. Pater Kolbe vestigt de aandacht van de Ridders van de Onbevlekte op de beschrijving van de H. Grignion van deze trouwe dienaars, die geen macht vrezen, die overal gaan waar hun Koningin hen stuurt, die het vuur van de goddelijke liefde verspreiden, de wierook van het gebed in de geest en de mirre van de versterving in het lichaam dragen, het kruis in de rechter- en de rozenkrans in de linkerhand houden en in het hart de namen van Jezus en Maria hebben gegraveerd (Ware Devotie no. 55-59).

O.L. Vrouw van de Apocalyps

Pater Kolbe wil dat de Ridders van de Onbevlekte zich identificeren met de apostelen van Jezus en Maria op het einde der tijden: “Ons doel en de middelen om dit ideaal (apostel zijn van Jezus en Maria) te bereiken zijn geheel in overeenstemming met de zienswijze van Louis-Marie. Het grootste verlangen van heel zijn leven was de Onbevlekte te eren als Koningin van de gehele mensheid, om haar liefde te vestigen in alle kloppende harten van de mensen”.
Om deze reden hebben, naar de wens van Pater Kolbe, alle inwoners van de Stad van de Onbevlekte, die hij oprichtte zowel in Polen als in Japan, de toewijding aan Maria volgens de H. Grignion gedaan. Pater Kolbe stelde, dat om een waar Ridder van de Onbevlekte te worden in de volledige betekenis van deze term, men haar gehoorzaam kind en onderworpen slaaf dient te zijn. Men kan immers dán slechts geheel en al een instrument zijn als men compleet toebehoort aan de artiest als diens eigendom.

Het is waar dat Pater Kolbe het voor eenieder gemakkelijk heeft gemaakt Ridder der Onbevlekte te worden en hij slechts de toewijding vraagt, een klein dagelijks gebed en het dragen van de Wonderdadige Medaille. Niettemin drukt hij zijn diepste verlangen uit dat de Ridders zich ervan bewust zijn dat ze een ongelooflijk grote missie hebben: “We moeten ons inspannen altijd meer aan de Onbevlekte toe te behoren, haar te gehoorzamen en zo haar instrument te zijn zodat zij ons kan gebruiken zoals het haar belieft, teneinde zoveel mogelijk zielen te redden”. Daarom wenste hij voor degenen die aan hem toevertrouwd waren dat zij tevens de toewijding tot Maria volgens de H. Grignion deden.
De missie om zielen te redden is verschrikkelijk moeilijk, helemaal tegenwoordig. En hoe meer het einde nadert, hoe heviger en gevaarlijker de strijd wordt. Op zulke momenten moeten we nooit vergeten dat het minste dat we doen voor de Onbevlekte zeer vrijgevig door haar zal worden beloond. Van de inspanningen die wij doen om onze ziel en die van anderen te redden gaat niets verloren.

Maar wat is het verschil tussen de twee toewijdingen, die volgens de H. Grignion en die volgens Pater Kolbe? Hoe is de één met de ander verbonden?

Onze Lieve Vrouw heeft aan de H. Grignion de genade van de ware en volmaakte devotie tot haar gegeven. Door deze devotie wordt zij onze waarlijke Moeder en Koningin en wij worden haar kinderen en slaven. Als Moeder neemt zij onze hand en voert ons terug tot God, om onze ziel te redden, om ons te bevrijden van de listen en aanvallen van de duivel en om ons aan Jezus te doen hechten. Zo vervullen wij onze doopbelofte en daarmee het belangrijkste gebod van God: de liefde tot God boven alles! Deze volmaakte devotie is ons dus duidelijk gegeven voor onze eigen bekering en heiliging, voor onze relatie met God zelf. Maria toont ons de weg en helpt ons hem te gaan, zij voert het scheepje van ons leven veilig naar de haven.

Na het eerste belangrijkste gebod betreffende de liefde tot God heeft Jezus ons echter ook gevraagd “elkaar lief te hebben, zoals Ik u heb liefgehad” en dat noemt Hij zijn nieuw gebod. Hoe heeft Jezus ons dan liefgehad? Hij heeft zichzelf gegeven om ons te redden van de eeuwige verdoeming en om ons te leiden naar de eeuwige zaligheid.

Maar hoezeer en hoe vaak denken wij aan het heil van onze naaste? Meestal schenken we geen aandacht aan het merendeel van hen, er zijn er die ons irriteren en als we al iemand iets goeds toewensen, dan is het meestal gezondheid, sterkte of succes.

Hier stuurt Jezus ons hulp om dit gebod van de naastenliefde steeds beter in praktijk te brengen: het is Zijn liefhebbende Moeder, de Koningin, die, na Jezus, ieder van ons meer liefheeft dan met de liefde van alle moeders tezamen. God heeft haar ook alle genade verleend om de mensen te bekeren en te redden. God wil echter dat wij deelnemen aan dit werk en heeft ons daarom het Sacrament van het Vormsel gegeven, dat ons doordringt van de H. Geest, niet alleen voor onze eigen heiliging, maar ook om soldaten voor Christus te worden en mee te werken aan de opbouw van het Mystiek Lichaam van Christus.

Om nu de grote genaden van dit sacrament niet te verspillen stuurt Jezus ons de Onbevlekte, zodat wij haar Ridders worden en Hem helpen zoveel mogelijk zielen te redden. Kunt u zich voorstellen dat de Koningin van de Hemel zelfs nederig naar ons toekomt en vraagt: “Mijn kind, ik heb je nodig! Wil je me helpen mijn kinderen te redden, onsterfelijke zielen? Zoveel zielen gaan voor eeuwig verloren omdat er niemand is die voor hen bidt of voor hen offert.” (verschijning O.L.Vrouw van Fatima, 19-08-1917).

Voor deze missie heeft de Onbevlekte op haar beurt ons haar dienaar gestuurd, Pater Kolbe, die de Militia Immaculatae heeft opgericht om de wereld aan haar voeten te leggen, zodat zij de kop van Satan kan verpletteren en overal ter wereld de ketterijen overwinnen.

En omdat de liefde tot de naaste voortkomt uit de liefde tot God, en omdat het Vormsel zich baseert op het Doopsel en het aanvult, zo is ook heel het werk van Pater Kolbe gebaseerd op de algehele toewijding aan Maria volgens de H. Grignion; zijn werk is als de uitbreiding en de aanvulling hiervan.

H. Grignion de Montfort

Met andere woorden: om de algehele toewijding aan Maria van de H. Grignion volledig te maken neemt men zijn toevlucht tot de toewijding volgens Pater Kolbe en ook andersom. Slechts op dat moment zal echt ons gehele bestaan compleet afhankelijk zijn gemaakt van Maria, doordrongen van haar aanwezigheid en vol van haar genade, (Maria als kanaal; opm. red.) niet alleen in onze relatie tot God en betreffende onze eigen heiliging, maar ook in die met de naaste en diens bekering en heiliging. Alles wat wij doen, zal voor haar zijn en haar toebehoren, zoals ook zij geheel aan God toebehoort. Wij weten namelijk vaak niet precies waarin Gods meerdere eer bestaat, maar Maria weet dit zeer goed en heeft dit ook steeds voor ogen. Als wij nu door deze devotie al onze werken, gedachten en woorden afstaan, dan wendt Maria die aan ter meerdere eer van God en alles wordt zo verdienstelijker (Ware Devotie nr. 151). Deze devotie wordt daarom ook wel de gemakkelijke, korte, volmaakte en zekere weg genoemd om tot vereniging te komen met Jezus, waarin de volmaaktheid van de christen bestaat (nr. 152-168).

Het is daarom zeer wenselijk en ook beter om beide toewijdingen te doen om aldus een volmaakter Ridder van de Onbevlekte te zijn, ook al is het niet verplicht. Het zich binden, het zich geven, is echter altijd een teken van liefde. Hoe meer we onszelf aan Maria geven, hoe groter onze liefde voor haar is en hoe beter zij ook van ons als instrument gebruik kan maken. De verplichtingen die men op zich neemt, de inspanningen die men doet om geestelijk vooruitgang te boeken, zijn weer evenzo vele genaden in de handen van de Onbevlekte om zielen te redden. Niets daarvan zal verloren gaan. Tonen wij ons daarom edelmoedig naar onze Hemelse Moeder toe, zeker in deze verwarrende en benauwde tijden. Maria zal ons voor onze vrijgevigheid belonen: zij zal degenen die zich als kind en slaaf aan haar toewijden, beminnen en alles ten beste regelen om hen geestelijk te verrijken, zij geleidt hen en geeft hen goede raad, zij zuivert hen van alle smetten en eigenliefde, zij verdedigt en beschermt hen en is hun voorspraak bij God (Ware Devotie nr. 201-211).

Als u als lid van de M.I. deze toewijding volgens de H. Grignion nog niet hebt gedaan, dan is het toch goed zich hierin te verdiepen (een Nederlandstalige versie van De Ware Devotie tot O.L. Vrouw is te koop) en in overleg met uw biechtvader deze wellicht alsnog te doen. Het is een geheim wapen in de strijd en leidt zeker tot de overwinning. De toewijding is werkelijk aanbevolen om een vasthoudend en ook een steeds ijveriger en vuriger strijder te worden voor de Onbevlekte. Zonder deze toewijding zult u misschien verslappen in deze strijd, zwakker zijn en de verschrikkelijke aanvallen van de vijand moeilijker kunnen weerstaan.

Mocht u deze toewijding wel hebben gedaan, dan is het, zoals men weet, goed deze regelmatig te hernieuwen, tenminste éénmaal per jaar volgens de praktische wenken die daartoe worden gegeven in het geschrift van de H. Grignion ‘De Ware Devotie’.

De reden voor dit hernieuwen is, dat, zolang we leven, we nooit geheel en in alle ernst deze devotie zullen begrijpen. Maar met elke hernieuwing van onze toewijding worden we een beetje minder ellendig en meer getrouw. Ook is er nog een andere reden: de strijd is heftig, we zijn altijd op het strijdperk en dit kan ons uitputten. Maria wil ons daarom naar zich toetrekken, zodat we even kunnen rusten als een kind op het hart van zijn moeder. Zij wil ons haar liefde tonen en ons tevens doen nadenken over onze eigen nietigheid en ons onvermogen, hoe wij geheel afhankelijk zijn van haar en hoe zij ons naar haar Zoon wil brengen. Dit alles komt in de voorbereiding en hernieuwing van deze toewijding aan bod.
De H. Grignion had als voorkeursdag voor deze toewijding of de jaarlijkse hernieuwing daarvan het feest van Maria Boodschap, 25 maart. De grote plechtigheid voor de toewijding van de M.I. of de hernieuwing daarvan valt bij voorkeur op 8 december, Maria Onbevlekt Ontvangen. Deze data vallen juist in de Vasten- en in de Adventstijd, beiden periodes van boete en bekering, en duidelijk een providentiële beschikking.

Afgezien van deze feesten zijn overigens alle feesten van Maria geschikt om onze toewijding(en) te hernieuwen en ons meer en meer te beseffen dat wij het voorrecht hebben kinderen, slaven en Ridders te zijn van de Onbevlekte.

Dat zij geloofd en verheerlijkt zij voor deze genade die wij niet verdienen!

Bron: www.tradinews.blogspot.com, Pater Karl Stehlin, Jakarta, 26 februari 2018